Afgelopen week bereikte onze fractie het bericht dat het college voornemens is de beeldvormende vergaderingen niet meer achter gesloten deuren te houden. 19 december wordt dit voorstel aan de gemeenteraad voorgelegd. Onze fractie is verheugd dat het college tot inkeer is gekomen; wij zijn al van het begin af aan kritisch geweest op deze werkwijze. Hoewel wij de wijziging in het reglement van orde toejuichen, heeft onze fractie nog wel wat vragen.
- Hoe veel vergaderingen hebben er sinds de wijziging in de werkwijze in beslotenheid plaatsgevonden?
- Een van de redenen die het college gaf voor het vergaderen in beslotenheid is dat de ambtenaren op deze manier ‘vrijer’ konden spreken in de bijeenkomsten. Hoe heeft het ambtelijk apparaat de beslotenheid ervaren? Is zij van mening dat zij daadwerkelijk een betere bijdrage heeft kunnen leveren aan de beeldvorming van de gemeenteraad?
- Is het college van mening dat de inwoners als gevolg van deze beslotenheid belangrijke informatie niet tot zich hebben kunnen nemen?
- Is het college van mening dat het wenselijk is dat inwoners kennis kunnen nemen van de standpunten van politieke partijen over onderwerpen die hen aangaan?
- Zo ja, is het college het met ons eens dat inwoners minder goed de kans hebben gehad om zich van deze standpunten op de hoogte te stellen als gevolg van het besloten karakter van de beeldvormende vergaderingen? Zo nee, waarom niet?
- Deelt het college onze mening dat een deel van de politieke discussie in de openbare raadsvergaderingen is weggenomen als gevolg van de besloten behandeling van de vergaderpunten in de beeldvormende vergaderingen?
- Minister Bruins-Slot heeft vorig jaar over het ‘achterkameroverleg’ van gemeenten gezegd dat dit onwenselijk is. Is het college hierover benaderd of op de vingers getikt door de minister?